Op basis van een meer dan honderdjarig bestaan, kan een tweeledig rechtskarakter aan de Centrale Commissie worden toegekend:
Enerzijds is de CCR een permanente diplomatieke conferentie die de vertegenwoordigers van de lidstaten een kader voor overleg biedt over elk onderwerp dat van belang is voor de Rijnvaart, met inbegrip van de herziening van de Rijnvaartakte of het sluiten van nieuwe overeenkomsten. (In het kader van de CCR is er onderhandeld over de wijzigingen van de Akte van Mannheim en over verschillende specifieke verdragen, zoals bijvoorbeeld over de sociale zekerheid en arbeidsvoorwaarden van Rijnvaartschippers of over de omgang met afval in de Rijnvaart).
Anderzijds is de CCR een internationale organisatie met eigen bevoegdheden, waaruit de volgende drie taken voortvloeien:
De Centrale Commissie is eveneens bevoegd voor de behandeling van elke aangelegenheid die de Rijnvaart kan bevorderen. Deze bevoegdheid wordt hetzij formeel uitgeoefend in de vorm van beraadslagingen in de plenaire vergadering en de comités, hetzij eerder informeel in het kader van conferenties, rondetafelbijeenkomsten of andersoortige bijeenkomsten. Het resultaat van deze werkzaamheden kan verschillende vormen aannemen (aanbeveling, verklaring, memorandum of understanding, enz.).
In dit kader voert de Commissie tevens onderzoek uit. Zij stelt rapporten op en publiceert informatie over tal van onderwerpen, zoals bijvoorbeeld statistieken en analyses van de binnenvaartmarkt in het kader van het project marktobservatie.
Ten aanzien van de uitoefening van haar bevoegdheden, is men het erover eens dat de CCR een internationale rechtspersoon is. Zij heeft op 10 mei 1978 een zetelovereenkomst met de Franse Republiek gesloten.